Extrusielassen

Bij extrusielassen wordt gebruik gemaakt van een lasextruder. Deze wordt gevoed door lasdraad dat in de extruder door warmte wordt omgezet in een plastische massa. De extruder blaast hete lucht uit welke het basismateriaal (bijv. een plaat) verwarmd en stoot gelijktijdig de warme massa uit. Extruders voor het lassen van platen en folies zijn er in vele soorten en maten. De digitaal in te stellen machines, waarbij lucht- en massatemperatuur afzonderlijk instelbaar zijn, zijn noodzakelijk wanneer er volgens de DVS richtlijnen moet worden gelast. Wij leveren onder andere extruders van de merken Munsch en Leister.


Munsch producten

Het leveringsprogramma van Munsch stapt in bij plaatdikte 2 mm (Munsch Mini) en loopt t/m 40 mm. De extruders zijn geschikt voor plaat en folie en er is een ruime keuzemogelijkheid in lasschoenen, zowel standaard als custom-made.


Powerbox

Naast de standaard 230V uitvoering is er de unieke machinelijn die wordt aangedreven
door een Powerbox. De Powerbox zorgt voor het omzetten van wissel- naar gelijkstroom. De krachtige gelijkstroommotor van de extruder staat garant voor continue laskwaliteit en de borstelloze motor is onderhoudsvriendelijk.

Leister Fusion extruders

Leister Fusion extruders zijn eenvoudig in te stellen machines. Wanneer de juiste luchttemperatuur is ingesteld, past de machine de massatemperatuur aan.

De Fusion 1 is een ideale machine voor het lichtere werk, die samen met de speciale Peek
lasschoen in sommige gevallen een draadlas kan vervangen.

De Fusion 3C heeft een bereik van 8 t/m 25 mm plaatdikte en een uitstoot van max. 3,6 kg/h.

De Weldplast serie is de volledig digitale uitvoering. Met behulp van een eenvoudige menustructuur zijn de juiste parameters te kiezen. Weldplast machines zijn er voor plaatdikte 2 t/m 40 mm.

Lasparameters (DVS 2207-4)

Materiaal Luchthoeveelheid L/min Laslucht Temp. °C (1) Laslucht Temp. °C (2)
HDPE 300 210-230 250-300
PP-H / PP-C 300 210-240 250-300
PVDF 300 240-260 280-350
PVC-U 300 190-200 300-360
PVC-C 300 195-205 300-360

1) Gemeten met insteekthermometer bij de extruder uittrede punt
2) Gemeten 5 mm in het midden van de blaasmond